[Hermanus Reiners]
REINERS (Hermanus), zoon van Lubbertus Reiners, werd den 3 Maart 1683 te Dalen geboren, waar zijn vader predikant was. Hij had vijf broeders, die allen predikanten werden. Hij zelf werd in 1704 als proponent beroepen te Steen, in Drenthe, in 1708 te Veldhuizen, in 't graafschap Benthem, in 1710 te Oost-Grafdijk, en in 1724 te Weesp, waar hij den 3 Januarij 1730 stierf. Hij schreef:
Kort opstel der Natuurkundige Godtgeleerdheit: waer in het kenbaere van Godt uit het licht der Rede opgespeurt en met de toestemming der redelijkste Heidenen bevestigt wordt. Amst. 1709 8o. Boekz. der Gel. Wer. 1719 a bl. 357 volgg.
Godts onfeilbare waarheden voorgesteld in eene verklaring over den Heidelbergschen Catechismus, Hoorn, Amst. 1760. 2 dl. 8o. 2e dr.
Korte schets van de voornaamste heilige voorbeelden. Amst. 1714. 8o.