[Henricus Ravesteyn]
RAVESTEYN (Henricus), werd in 1678 (1693 volgens anderen) geboren, in 1716 als proponent te Bennebroek bevestigd, vertrok in 1719 naar Wageningen, en in 1723 naar Zwolle, waar hij den 12den Maart 1724 zijn dienst aanvaardde, en den 25sten Januarij 1749, in den ouderdom van ruim 56 jaren overleed. Onder zijne menigte geschriften, is er geen merkwaardiger dan zijn in 1746 verschenen Philadelphia of Kerkelijk Vredes-Congres, zinspelende op het kongres, door de toenmalig oorlogvoerende mogendbeden tot het beramen van een algemeenen vrede, gehouden. Hierin zocht hij de Voetianen en Coccejanen te bevredigen en de kerkelijke geschillen te doen eindigen. Zijne beginselen en voorslagen stemmen voor een groot deel met den Eubulus van Mommers overeen, alleen daarin verschillende, dat hij een kerkelijk kongres, eene algemeene synode der Nederlandsche Hervormde kerk, door de regering wenschte zaamgeroepen te zien. Dit voorstel mishaagde velen, vreezende dat op die wijze de verdeeldheid toenemen, de scheuring grooter zou worden. Zijn portret is in folio, naar H. Bofdi, door J. Houbraken vervaardigd; en door Sijsang in octavo.
Hij schreef:
De Yseren Staf van Gods Land-verwoestende plagen in de verschrikkelyke Pestquale en wondende Sterfte onder het Rundvee enz. uyt Jeremia VII vs. 16 tot 20 en XIV vs. 19 tot 21, Amst. 1745, 8o.
Philadelphia, of Kerkelijke Vreedens-Congres, Amst. 1746, 8o.
Nederlands allergewenste Vreugdedagen, plechtig geviert, wegens de Verhefflnge en Inhuldinge van den Doorluchtigste Vorst Willem Carel Hendrik Friso, Prince van Oranje en Nassauw enz. uyt 2 Samuel VII vs. 29 en het eerste Eeuwfeest van de gezegende Verlossinge van de Spaansche Heerschappy en Tiranny, uyt Psalm LXXXVI:10 en 12, behelsende eene korte en klare Beschryving (en misschien beter als men ergens vinden zal) van alle de merkwaardigste gevallen en wonderen des Allerhoogsten, gedurende den LXXX jaarigen oorlog tegen de koning van Spanjen, waarna de Nederlanden verklaart werden tot een vrij en onafhankelijk Volk. Overwaardig van ieder Nederlander gelesen en in 't geheugen geprent te worden, Amst. 1748, 8o.
Heerlykheid van de stad Gods, Zwol 1725, 4o.
Afscheid-predikatie van Wageningen en Intree tot Zwol, Zwol, 1725, 4o.
Over den LXXXVII Psalm, Zwol, 1729, 4o.
Over 't Lied van Moses, over Deut. XXXII, Zwol, 1728, 4o.
Kort ontwerp der Godgeleertheid en Belijdenis, Zwol, 1730, 8o. Zwol, 1755, 3de dr. 4o.
Belijdenis-reden, Zwol, 1729, 8o.
De Nasareer Gods tot den Heyligen Dienst toegerust of