[Jacobus Ravenspergius]
RAVENSPERGIUS (Jacobus), zoon van den vorige, werd den 7den December 1615 te Groningen geboren, studeerde aan de hoogeschool zijner geboortestad, werd in 1639 meester in de vrije kunsten, en den 3den Maart 1641, in plaats van Bernardus Schotanus, die naar Leiden beroepen was, tot buitengewoon hoogleeraar in de wiskunde aan de hoogeschool te Utrecht beroepen. Den 19den Februarij 1644 werd hij gewoon hoogleeraar en den 10den April hem het onderwijs in de physica, daar Senguerdius naar Amsterdam was beroepen, opgedragen. Voet noemde hem philosophum subtilem et peripateticum nec vulgarem Theologum. Hij overleed den 22sten April 1650, in den ouderdom van 35 jaren. Hij liet bij zijne huisvrouw, Elizabeth van Hasselt, een zoon, Jacobus, na, die in den bloei zijns levens overleed, den 29sten November 1667.
Hij schreef verschillende akademische dissertaties., Voetius gewaagt van eene Disputatio de Anima Ovi en de Deo. Velthuysen van zijn Disputatio astronomica de Mundi Systemate, 1640.
Zie Voet, Praef. Exerc. et Bibl. Stud. Theol. edit. post. Lib. II. C. XVI; Disp. Theol. T. V. p. 125; A. Aemilius, Orat. et Poëm. p. 421; Pontanus, Orat. Funeb. in excessum P. van Mastrigt, p. V; Velthuysii Opera, T. II. p. 628; Burman. Traj. Erud, p. 281, seqq. Heringa, de Audit. p. 137.