[Gijsbert van Randwijck]
RANDWIJCK (Gijsbert van), heer van Doornik, zoon van Rutger en Alverada van Randwijck, werd in 1399 geboren. Uit hoofde der familiebetrekkingen tusschen de huizen Arkel en Egmond, koos hij de kabeljaauwsche partij; voegde zich met vele Gelderschen bij Hertog Jan van Beijeren en werd in den slag van Gorinchem gevangen. De quitantie van hem aan den hertog voor kosten van dienst en gevangenschap wordt bij van Mieris gevonden. In 1419 tot lid der ridderschap gekozen, werd hij lid van het in het vorig jaar opgerigte verbond, steeg vervolgens, onder Arnold, tot groot gezag, bekleedde aanzienlijke ambten en stierf in 1455. Hij huwde 1e Elizabeth Pieck, 2e Elizabeth van Doornik. Bij zijn eerste vrouw liet hij een zoon na, die mede tot hooge waardigheid kwam en het Augustijner klooster te Heusden stichtte. De tweede schonk hem zeven kinderen.
Zie Slichtenhorst, Geld. Hist. bl. 188, 286; Scheltema, Staatk. Ned.