[Willem van Ranouw]
RANOUW (Willem van), mr. dr., monster-commissaris van Friesland, burgemeester van Franeker, beoefende de Nederduitsche poëzij. Alb. Lykclama à Nijeholt, J.U.D. te Franeker, gaf in 1731 bij Jakobus Ennema zijn door hem verzamelde poëzij uit, met den titel: Alle nagelaatene Gedichten van den beroemden Heere Willem van Ranouw enz. Als beoefenaar der natuurlijke historie maakte hij zich bekend door: Kabinet der natuurlijke historien, wetenschappen, konsten en handwerken, met het Register Amst. 1719-24, waarvan een derde druk van 1758 bestaat. 9 d.m. pl. kl. 8o. Ook gaf hij De Examinator in 4 d. Amst 1719. Hij was geboren te Brielle, was eerst heelmeester te Winsum bij Franeker, in welke Akademiestad hij in 1697 ging studeeren, waar hij in 1700 trouwde met Maria Boncamp, van 1704-9 Inspector Bursae was en in 1707 burgemeester werd. Eerst in 1715 verwierf hij een rang van Med. Doctor en overleed te Amsterdam in 1724. Hij schijnt zeer geleerd, maar ook zeer zonderling geweest te zijn.
Zie Arrenberg, Naamr. bl. 418; Boekz. der gel. wer. 1731. b. bl. 289 volgg.; de Vrije Fries, I. 152, 157.