aan de Engelsche prinses gegeven, te breken, en, naar 's lands wijs, zijne stiefmoeder ten huwelijk te nemen.
Kort daarna stierf hij, en Radigis, die hem opvolgde, gaf, op raad der voornaamsten onder de Warners, de Britsche prinses te kennen, dat hij ongezind was het huwelijk met haar te voltrekken, en huwde kort daarna de weduwe van zijn vader. Welhaast kreeg de Britsche prinses hiervan kennis. De hoon, haar door Radigis aangedaan, trof haar te dieper, omdat een verstooten bruid, schoon ongeschonden, onder deze volkeren, als geschonden werd aangemerkt. Zij was dan op middelen bedacht zich te wreken. Vooraf echter zond zij eenige harer vertrouwdste vrienden naar de Warners, om Radigis rekenschap van zijn bedrijf af te vorderen. Toen deze echter, zonder voldoening, terugkeerden, nam zij het mannelijk besluit haren bruidegom den oorlog aan te doen, Men verhaalt, dat zij, in alleriji 400 ligte roeischepen deed uitrusten, met welke niet minder dan 100,000 krijgsknechten werden overgevoerd, zij stelde zich zelve aan het hoofd van dat leger, en liet zich, door een harer broeders, die tot nog toe buiten staatsbediening leefde, op dien togt vergezellen. Voet aan land gezet hebbende, deed zij, aan den uitloop van den Rijn een verschansing opwerpen, waarin zij zich met een klein gedeelte volks begaf, en zond haren broeder met het gros des legers op den vijand af, die, aan den zeekant, insgelijks niet verre van de Rijnmonden gelegerd was. De Anglen of Engelschen vielen terstond op de Warners aan, met zulk een gewenschten uitslag, dat zij verslagen en met den koning op de vlugt gedreven werden. Met deze blijde tijding, keerde het leger, vermoeid van het najagen van den vijand, in de opgeworpen legerplaats terug. De prinses oordeelde echter, dat er niets verrigt was, zoo lang men Radigis niet had geleverd. Terstond zond zij eenige uitgelezene manschappen af, met bevel, om haar, 't kostte wat het wilde, den koning gevangen te brengen. Radigis werd, na lang zoeken, in een digt
bewassen woud betrapt, en voor zijn verbeten bruid gebragt, die hem, terwijl hij, bevende van vrees, niet anders dan een smartelijken dood te gemoet zag, alleenlijk vroeg, waarom hij, de beloofde trouw schendende, zich in een ander huwelijk had durven begeven, terwijl hij op hare eer niets te zeggen wist. Radigis verschoonde zich met het bevel zijns vaders en den raad der Warnersche edelen; betuigde berouw over zijn misslag te hebben, smeekte om vergiffenis en beloofde voortaan met haar als zijne echtgenoote te willen leven. Zij beval hem nu te ontbinden en bejegende hem vriendelijk. Hij, ten eenemale in liefde voor de Britsche prinses ontvonkt, voltrok het huwelijk met haar, nadat hij zijne toenmalige echtgenote naar haren broeder, Theodebert, die thans over het Oost-Frankische rijk regeerde, terug gezonden