[Hendrik Jansz. van Raatingen]
RAATINGEN (Hendrik Jansz. van), burgerhopman te Utrecht, werd, bij gelegenheid dat de beide partijen, in 1588, te Utrecht, toen de gewone tijd der magistraats-verandering plaats moest hebben, in de wapenen waren, op bevel der wethouderschap gevat, en op Hazenberg gelegd, wijl hij zich tegen de soldaten van Matthieu de Villers, hopman van een Waalsch vendel, had laten ontvallen, ‘dat zij niet wisten, wien zij dienden; doch dat zij 't welhaast weten zouden.’ Zijn gevangenneming veroorzaakte (schreef Wagenaar) merkelijk beweging onder 't volk.
Zie Wagenaar, Vad. Hist. D. VIII. bl. 299.