Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15

[Titus of Tiete van Popma]

POPMA (Titus of Tiete van), broeder van de vorigen, vóór 1550 geboren, verliet met zijne moeder Friesland, doch keerde later in het vaderland terug. Hij beoefende, behalve de oude letteren, tevens de oudheidkunde, regtsgeleerdheid en wiskunde en overleed in 1620. Hij huwde in 1586 Frouk van Bootsma, daarna Anna van Feitsma, die hem drie kinderen schonk, Rienken, Hessel, die ongehuwd overleden en Frouk gehuwd met Aeltze van Jaersma. Zijne zonen volgden zijn voetspoor niet na.

[p. 422]

Hij gaf in het licht:

Tabulae in Sphaerum et prima astronomiae clementa, Colon. 1569, 4^o.

Castigationes in Ciceronis epistolas ad Familiares (met de Epistolae Ciceronis. Antv,, 1672, 16^o.

Notae in Q. Asconium Pedianum. Colon., 1578.

De Operis Servorum liber singularis. Antv., 1608. 8^o. Amst., 1672, 12^o., en in Thesaurus Poleni, T. III. p. 1319 seqq.

Notae in Q. Curtium Rufum. L.B. 1622, 1623, 1633.

Zie Saxe, Onom., T. III, p. 449; Tob. Magiri, Eponymol.; Val-Andreas, Bibl. Belg., p. 841; Foppens, Bibl. Belg., T. II, p. 1145; Fr. Sweertii, Ath. Belg., p. 697; Baillet, Jagement, T. II, p. 174, u^o. 390; J. Pontanus, in Syll. Epist., achter Alciatus, de Vita monast. Epist., 83, p. 152 seq.; Schotanus, Beschrijv, v. Vriesl., bl. 275; Fabricii, Bibl. Lat. Suppl., p. 717; Barthius, Advers., L. IX, c. I, p. 413; Majansius. Epist., p. 262; Suffred Petri, dec., I, p. 442; J. Fungerus, Praef. ad sacr. carm. Syll.; de Wal, l.c. p. 85, 86, 227; Hoogstraten; Kok; van Kampen, Gesch., enz.; Stamboek v.d. Fries. adel, D. I, bl. 290, D. II, bl. 197.