Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
(1872)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 351]
| |
[Nicolas de la Planque]PLANQUEGa naar voetnoot1) (Nicolas de la), omstreeks 1590 of iets vroeger te Keulen geboren, studeerde te Seaumur en Sedan in de godgeleerdheid, werd 13 April 1613 op de synode der Fransche kerken te Kampen tot den predikdienst toegelaten en bereids vier maanden later beroepen tot predikant der Nederlandsche kerk in zijne geboortestad Keulen. In September 1618 hield hij zich tijdelijk te Utrecht op, waar hij aangezocht werd door de regering van Tiel, zijne kruisgemeente tegen deze Geldersche te verwisselen. Nadat hij Keulen had verlaten en terwijl hij zich te Amsterdam buiten bediening ophield, werd hij den 13den Junij 1619 beroepen naar de Nederduitsche gemeente te Kampen. Tijdens de jaren zijns verblijfs aldaar onderhield de toenmalige Amsterdamsche predikant, later Leidsche hoogleeraar, Jac. Triglandius, zich met hem (1626) over de zoogenaamde Remonstrantsche stoutigheden. In December 1631 werd hij te 's Hage beroepen, doch hij bedankte voor dit beroep, even als in 1632 voor dat te Amsterdam, doch nam in November 1633 dat naar Haarlem aan, werd er den 1sten Januarij 1634 bevestigd en overleed reeds 1 September van datzelfde jaar. Zijn zoon Nicolaas studeerde te Utrecht in de godgeleerdheid, werd predikant te Crommenie (1652), Beverwijk (1655), Kampen (1657), Amsterdam (1665) en overleed in Augustus 1702. Zijn portret munt in kunst uit. Mr. Bodel Nyenhuis heeft, in Kist en Royaards Archief voor kerkel. geschiedenis, D. X, bl. 385 volgg., medegedeeld een Merkwaardig stuk betreffende de Nederduitsche Hervormde gemeente te Keulen in den jare 1619 en bijzonderheden over den daarin betrokkenen predikant Nicolaas de la Planque.
Zie Kist en Royaards, Kerk. Archief (2de serie), D. VIII, bl. 108; Ypey en Dermont, Gesch. d. Ned. Herv. kerk., D. I, bl. 254, 255; Schotel, Kerk. Dordr., D. I, bl. 254; Croese, Kerk. Reg. d. Geref. pred. te Amsterd., bl. 55, 91; Muller, Cat. v. portr. |
|