[Johannes Placentius of Jean le Plaisant]
PLACENTIUS (Johannes) of (Jean le Plaisant), in het laatst der 15de eeuw te St. Truyen geboren, studeerde te Luik bij de broeders van 't gemeene leven, trad in den aanvang der 16de eeuw te Maastricht in de orde der Predikheeren en oefende zich vervolgens op 18jarigen leeftijd te Leuven in de godgeleerdheid. Hier was hij nog in 1529, keerde vervolgens naar zijn klooster te Maastricht terug en overleed er omstreeks 1548. Hij beoefende de latijnsche letterkunde en de geschiedenis van zijn vaderland.
Hij schreef:
Catalogus omnium Antistitum Tungurorum, Trajectensium, ac Leodiorum, et rerum domi bellique gestarum compendium. Antv., tweemaal z.j. en in de Respublica Leodiensis uitgegeven door M.Z. Boxhornius. Amst. 1633. 32o.
Dialogi duo: prior Clericus Eques inscribitur: alter, Luciani Aulicus. Antv. 1535. 12o.
Pugna Porcorum per Placentium Porcium Poëtam, met het werk van den monnik Hucbaud, de laude calvorum. Lov., 1546. 12o. afzonderlijk. Basil. (uitgeg. door Gilbert Cousin). Colon, 1568. 12o. L.B., 1644. 16o. Insulis, 1646, 1648. 12o.
Chronicon a scriptoribus Apostolorum ad annum 1408. Dit werk is in rijm. Willem Lipsen, deken van St. Servaas te Maastricht, had er een exemplaar van, dat prins Maximiliaan Hendrik van Beijeren liet afschrijven.
Ook schrijft men hem toe:
Antiquitates Tungrenses et Mosae-Trajectenses.
Amplitudo civitatis Leodiensis. Beide in versen.
De reliquiis Trajecti asservatis etc. mss. Ook in versen.
Zie Sweertii, Ath. Belg., p. 460, 461; Val. Andreas, Bibl. Belg.