[Hendrik Pieters]
PIETERS, (Hendrik) te Haren, prov. Groningen, in 1595 van zijn dienst ontzet, wegens ergerlijk levensgedrag, werd Luthersch predikant te Bornhovede. Daar wendde hij zich tot den kerkenraad te Groningen, te kennen gevende, dat hij weder wilde overgaan en de Luterschen verlaten. Hierop werd hij in 1601 te Beilen beroepen. Ten gevolge van een hevig geschil met den onderwijzer Johannes Jodoci (Jan Joukeszn.) werd hij van zijn dienst ontzet. Hij werd hierop te Rolde beroepen, doch niet toegelaten, wederom in 1606 afgezet te Onnen en in 1611 te Dalfsen.
Zie Romein, De Herv. Pred. in Drenthe, bl. 35, 113.