Mendez de Leon te Amsterdam), de Raadpensionaris Oldenbarneveldt, aangekondigd wordende dat hij den volgengen dag zal ter dood gebragt worden, te Amsterdam in 1836, Jacoba van Beijeren, omringd door hare vrouwen, denkende aan Jan van Arkel, later eigendom van den Baron van Brederlo, geheimraad van den Keizer van Rusland, Bertha in haar vertrek, naar een der legenden van Mr. J. van Lennep, in bezit van dezelfden; te Amsterdam in 1838, Prins Willem I door Jaureguy verwond te Antwerpen, in bezit van Teyler, Prins Maurits in zijn kabinet der Staten-Generaal aankondigende, dat hij zich belast met het beleg van Duinkerken, in het kabinet van During te Rotterdam; te 's Hage in 1839, een familie stuk en verscheidene portretten; te Amsterdam in 1840 Prins Willem, door Jaureguy te Antwerpen, aan het hoofd gewond zijnde, ligt op zijn ziekbed en wordt door Charlotte van Bourbon verpleegd, welke de genezing der wond heeft bevorderd door er gedurig hare hand tegen te houden. Op de tentoonstelling te Amsterdam 1844, was zijne inhuldiging van koning Willem II te Amsterdam.
In 1845 schilderde hij op last van den prins van Oranje, de levensgroote portretten van diens beide zonen, Willem en Alexander.
Voorts schilderde hij het levensgroot afbeeldsel van Z.M. Koning Willem II, door Willem III aan de Hoofd-Officiers Societeit The united Servis-Club, te Londen, waarvan zijn vader lid was geweest, vereerd, het levensgroot portret van Willem III voor het Gouvernementshuis te Batavia, op verzoek van den raad der stad Amsterdam, een dito van Z.M. Willem III in uniform der Marine, bestemd voor het raadhuis aldaar. Deze schilderij en die van zijn vader, mogten in 1855 de algemeene goedkeuring te Parijs verwerven. Hij verkreeg bij die gelegenheid de Orde van het Legioen van Eer. In 1856 voltooide hij de hem door den koning bestelde schilderij, voorstellende het aanbieden van het Album door de kern van Utrechts burgerij, in Groot-Paushuizen, bij gelegenheid zijner intrede in die stad in September 1853. Kramm vermeldt nog de volgende portretten door hem geschilderd: dat van Z.M. Koning Willem III, op last van den koning van Zweden, een dito voor den keizer van Japan bestemd, en nog anderen voor het paleis Welgelegen op Java, voor den Zoologischen tuin te Amsterdam (kniestuk), voor de Kon. Ned. Jacht-Club te Rotterdam, voor twee hooggeplaatste personen in Engeland, bij gelegenheid van het bezoek van den prins van Oranje aldaar, levensgroot de voeten uit, in burgerkleeding; het portret der koningin, voor den koning van Wurtemburg; van prins Alexander der Nederlanden, voor de koningin moeder; van prins Hendrik der Nederlanden,