[Simon Jansz. Phylaeus, Phyleus, Phileus]
PHYLAEUS, PHYLEUS, PHILEUS (Simon Jansz.), te Groningen geboren, werd in 1581 predikant te Dirksland, in 1586 te Oudewater, in 1588 te Oostzaan, doch in 1589 aldaar van zijn dienst ontslagen. Hij kwam in 1595 te Hellum, vertrok in 1596 naar Slochteren, ging van daar, wegens twist, zonder ontslagen te zijn, naar Haren, waar hij den 25sten Jan. 1598 was, en na 8 maanden dienst te Meppel. Hij was scriba op de vergadering den 12den Augustus 1598 te Rolde gehouden, en werd, ‘na herhaalde beschuldiging van twistziek te zijn, met leugens en laster om te gaan,’ op de eerste vergadering der wester classis te Beilen, den 8sten September 1601 dadelijk van zijnen dienst ontzet en ongeschikt verklaard hem in Drenthe weder te kunnen waarnemen, en nam zij tevens aan de dienst te vervullen, tot dat er een nieuwen predikant beroepen zou zijn, waarmede de gemeente gelast werd haastig voort te varen. Deze afzetting maakte veel gerucht. De synode te Groningen, in Mei en Junij 1602, verklaarde het vonnis der classis van onwaarde, herstelde hem geheel, en overal in en buiten Drenthe beroepbaar, behoudens alleen, dat hij te Meppel niet zou wederkeeren, omdat hier reeds weder een predikant was, en hij den dienst reeds aanvaard had te Genemaiden. Hij wordt in de stukken over die zaak gewisseld ‘een bedaget man ende oldt Kerckendener’ genoemd, en is weinige jaren daarna, welligt daar, althans was Henr. Joh. Soest daar in 1607 in dienst, overleden.