Brief van eenen Eendragtsminnaar aan zijnen vriend. Ald. 1779.
Nieuw Nederlandsch Speldeboek (T.A.O.P.). 4de druk. Ald. 1809.
Lofzangen in Proza, voor kinderen uit het Engelsch vertaald. Ald. 1783.
Algemeene Catechismus voor de Burger jeugd. Ald. 1788.
Onderwijs voor kinderen van drie tot zeven jaar. Utrecht, 1782. 3 d. 3 dr. Ald. 1815.
Nieuwe Aardrijksbeschrijving voor de Nederlandsche jeugd. 3 d. Ald. 1784-1786.
De Hedendaagsche Stoïcijn. 2 d. Ald. 1786-1787.
Beschouwende Godgeleerdheid. Ald. 1790.
Kleine lesjes voor Mimi. Ald. 1791.
Vraagoeffening voor jongelieden. 2 stukken. Ald. 1792.
Overdenkingen. Ald. 1793.
De Wijsgeer der Natuur en der Openbaring. 2 d. Ald. 1797.
Korte omschrijving van den Prediker. Ald. 1798.
De Zuid-Bevelandsche Dorpsleeraar. Ald. 1799.
Bijbel-Oeffening. 2 d. Ald. 1803.
Tafereel van Gods weg met den mensch. Ald. 1803.
Aan de leeden der Beschaafde Wereld. Tweede uitgaaf. Ald. 1804.
De drie boeken van Salomo. Ald. 1804.
De Lente, een Gedicht, naar 't Hoogd. van Kleist. 2e dr. Ald. 1804.
De oude Cato en de droom van Scipio, naar 't Latijn van Cicero. Ald. 1784, 1788, 1804.
Gedagten over 't Sentimenteel. Ald. 1786, 1804.
Dichtkundige Bespiegelingen. Ald. 1783, 1804.
Mengelwerk. Ald. 1775, 1786, 1804.
Het Lijden van den Messias. Ald. 1806.
Het Leven van Jesus en Zijne Heer. Ald. 1808.
Gedichten, Tweede vermeerderde uitgaaf, in één deel. Ald. 1808.
De verzameling bestaat uit oorspronkelijke en vertaalde, meest rijmlooze dichtstukken over ernstige en stichtelijke onderwerpen, een soort van Georgica, in drie zangen, getiteld: De Zeeuwsche Graanbouw, en een bijna gelijkstaand opstel: Palemon, Duingedicht geheten, mede in drie zangen, en beide door aanteekeningen opgehelderd. Deze beide gedichten behelzen vele agrarische bijzonderheden, voor den practischen landbouwer.
Alle de Brieven van Paulus, in drie deelen. Ald. 1805-1809.
Spreuken, Opgaven, Overweegingen, Bepalingen, Gronden. Utrecht, 1809-1814. 5. D.