[Reinier Pauw]
PAUW (Reinier), broeder van den vorige, was den 29sten Julij 1564 te Amsterdam geboren, en, even als zijn vader, een aanzienlijk koopman en een der eerste oprigters en bewindhebbers van de O.I. Maatschappij in den jare 1595. Vier jaren te voren was hij tot Raad der stad verkozen, terwijl hij sinds het voorgaande jaar zitting had in de Sehepensbank. Acht malen bekleedde hij dien gewigtigen post, de laatste maal als voorzittende in den jare 1602. Uit de schepensbank ging hij over in het burgemeesterlijk gestoelte in 1605. In 1613 vervulde hij eene bezending naar Engeland nevens Hugo de Groot, ter vereffening van geschillen tusschen de Engelsche en Nederlandsche O.I. Maatschappijen.
Een ijverig voorstander zijnde van de verheffing van het Huis van Oranje, wendde hij nevens anderen zijn vlijtige pogingen aan om 's lands advocaat, Oldenbarneveld, te bewegen tot handelingen met prins Maurits op gelijken voet als weleer met prins Willem was geschied, met opzigt tot de gravelijke waardigheid. In den jare 1618 werd Pauw van wegen de provincie Holland benoemd tot het onderzoek van Oldenbarneveld, Hogerbeets en de Groot, en in het volgende jaar tot regter over den eerstgenoemden aangesteld.
Hetzij om deze of eenige andere reden, zeker is het dat sedert dien tijd het aanzien van Pauw in zijne geboortestad merkelijk begon te dalen, want, na 1620, toen hij voor de achtste maal de burgemeesterlijke waardigheid bekleedde, werd deze niet meer aan hem opgedragen. Hij bleef echter het vertrouwen van de Staten-Generaal genieten, werd door dezen in 1623 naar Bremen afgezonden om over een verdrag tusschen den koning van Denemarken en dezen Staat te onderhandelen, waarin hij met goed gevolg slaagde.
Hij schijnt bij vreemde vorsten in aanzien geweest te zijn, immers hij verkreeg van koning Jakob van Engeland den titel van ridder, voor hem en alle zijne wettige afstammelingen; ook koning Lodewijk XIII vereerde hem met den