Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
(1872)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 118]
| |
Menno Simons niet wilde afzien van zijne dwalingen, werd hij door dezen in den ban gedaan, doch hij excommuniceerde Menno op zijn beurt. Hij heeft verschillende werken in de Nedersaksische tongval geschreven, onder welke een disputatie over de Godheid van Vader, Zoon en H. Geest en een disputatie met Dirck Philips, over de Barmhartigheden Gods. Achter de verzameling liederen, bijeengebragt en opgemaakt door P. Grijspeer, komen zes liedekens voor van welke het derde gemaakt is door Dierick Philipsz, teghen de doolinghe van Adam Pastoor. Pastoor hield zich ook nu en dan als prediker in Friesland en Groningenland op. Hij overleed, wanneer is onbekend, te Emden.
Zie Sotijn, Gesch. der Mennon. D. III, bl. 235 en het Reg. op Philipsz (Derk); Jöcher. |
|