Hij gaf in het licht:
Dissertatio theologica de paschate secundo et tertio, quam favente Deo O.M. sub praesidio B. de Moor publico examine submittet ad diem 4 Octobris 1751. 4o.
Leerredenen over den Heidelbergschen Catechismus. 's Bosch 1792. 2 D. 8o. (door Martinet uitgegeven).
In de handelingen der Hollandsche maatschappij te Haarlem heeft hij verschillende stukken geplaatst, die getuigen van zijne liefhebberij voor de natuurlijke historie, en op de bibliotheek van het N. Brab. genootschap treft men behalve zijne nagelatene leerredenen, 22 banden in 4o. een handschrift van hem aan, waarin hij verschillende bijzonderheden opteekende.
Zie Dr. C.R. Hermans, Geschiedenis der Holl. en Lat. School, bl. 32, 33.