Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 15
(1872)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij[Hendrik Palier]PALIER (Hendrik) werd den 10den Julij 1785 te 's Hertogenbosch geboren. Zijne voorouders woonden te Genève, Languedoc of Bordeaux, oefenden in de 16de eeuw zoo te Parijs als te Metz de boekdrukkunst uit en gaven veel belangrijke werken in het licht. Na de herroeping van het edict van Nantes, in 1688, vlugtte Charles Palier met een handvol louis d'or en een aan een kastanje gehecht zilveren familie-cachet uit Metz naar de Nederlanden, rigtte te 's Hertogenbosch een boekdrukkerij op, en legde zich op den boekhandel toe. Sedert zijn zijne nakomelingen in dezelfde stad en in hetzelfde huis in die betrekking werkzaam geweest. Zijn grootvader Jacobus PalierGa naar voetnoot1), die van 1766 tot 1784 aan het hoofd der drukkerij stond, was lid van de regering te 's BoschGa naar voetnoot2), en zijn oud-oom de hoogleeraar Johan Carel Palier. Na den dood van zijn vader Hendrik Palier (1796) werd hij onder toezigt van Mr. Salomon Krul (met | |
[pagina 37]
| |
wien zijne moeder, Arnolda Schouw, in tweede huwelijk getreden was) voor den boekhandel opgeleid, en sedert 1812 stond hij aan het hoofd deze zaak. In het Nieuwsblad voor den boekhandel (1853) is hij in zijne betrekking als uitgever geschetst. Hij vermelden alleen dat hij in 1815 den Almanak voor de provincie Noord-Braband begon uit te geven, ‘een jaarboekje, dat zich voor dien tijd zeer gunstig door de typographische uitvoering onderscheidde, maar vooral uitmuntte door zijne belangrijke statistieke, letter- en geschiedkundige opgaven;’ van 1818 tot 1822 de 's Hertogenbosche Courant in het licht gaf, in 1818 de uitgave van Hultmans Bibliographische zeldzaamheden bezorgde en in 1821 diens kostbare bibliotheek, zoo rijk aan zeldzame drukken der 15de en 16de eeuw, verkocht. Bij gelegenheid van zijne 50-jarige vestiging in den boekhandel, verscheen er van wege acht boekdrukkersgezellen, een rijk versierd en fraai gedrukt vers, aan hun patroons gerigt, getiteld: Hulde toegebragt aan den Heer Hendrik Palier, Boekdrukker en Boekhandelaar, door het genootschap letterkunstenaren, onder de zinspreuk: door Eendragt t' zaam verbonden. Palier was niet alleen een voortreffelijk uitgever, maar een vlijtig beoefenaar der algemeene, inzonderheid der vaderlandsche geschied-, oudheid- en letterkunde. Vooral echter hield hij zich bezig met de geschiedenis der letterkunde van Noord-Brabant. Jaren lang wijdde hij zijne snipperuren aan het verzamelen van Noord-brabantsche drukkers, ja hij schroomde niet den kolossalen arbeid te ondernemen, om een chronologische lijst te maken van alle gewestelijke drukwerken, die sedert 1484 tot 1839 het licht zagen, eene lijst uit vijf folio deelen bestaande, die met zijne Noord-brabantsche drukken in de boekerij van het Noord-brabantsche genootschap is overgegaan; voorts verzamelde hij landschriften, platen, portretten, kaarten, penningen, in één woord alles wat slechts in eenige betrekking tot zijne provincie stond, en gaf een Lijst van enkele en dubbele stadhuispenningen (1704-1793)Ga naar voetnoot1), een Naamlijst van Predikanten in Noord-Braband sedert de Reformatie tot 1840, in 8o.Ga naar voetnoot2), een Lijst van dissertatiën en theses van Noord-BrabandersGa naar voetnoot3), schreef een stukje over zijn eigen geslacht, en verzameld bouwstoffen voor een Algemeen geschiedkundig woordenboek | |
[pagina 38]
| |
van Noord-Braband en een Kerkelijk Noord-Braband. De laatste 12 jaren hield hij zich ook bezig met het verzamelen van een Atlas van de Vaderlandsche geschiedenis (bevattende meer dan 15,000 stuks platen, portretten, kaarten enz.), waarvan de catalogus in 1851 gedrukt, 184 blz. in 8o. bestaatGa naar voetnoot1) en nog in het laatste jaar van zijn leven, begon hij een wetenschappelijk tijdschrift Noord-Brabant, waarvan twee afleveringen het licht zien, uit te geven. Palier was de vraagbaak van allen, die inlichtingen nopens geschiedkunstige of plaatselijke bijzonderheden zijner provintie behoefden en zijne uitgebreide kennis liet niemand in verlegenheid; het was zijn lust en leven al wat tot den bloei van kunsten en wetenschappen er daartoe kon strekken, te ondersteunen. Het Provinciaal genootschap van kunsten en wetenschappen, waarvan hij van 1838-1840 thesaurier en van 1849-1851 bestuurder was, heeft vooral aan hem zijn aanzijn te danken; hij was (van 1819-1829) lid van het letterlievend genootschap Tot oefening en van 1823-1829 bestuurder der maatschappij tot Nut van 't Algemeen, Afdeeling 's Bosch. PALIER stierf den 14den Junij 1853. Zijn eerste vrouw, Amelia Sterk, schonk hem 5 kinderen, die hem alle zijn vooruitgegaan naar het graf, en zijn tweede, Elisabeth Gerdina van Hoften, 10 zonen en dochteren, van welke vier overleden zijn. Zijn portret vindt men voor den Noord-Brab. Volks-Almanak van 1851.
Zie Brunet, Manuel du Libraire, Brux. 1821, T. II, p 344; Teissier, Essai philologique sur les commencements de la typographie à Metz, Metz 1828, p. 32; (H. Palier), Iets over het geslacht van l'alier (niet in den handel); Dr. C.R. Hermans, Bijdragen tot de Goschiedenis van Noord-Braband, D. II, bl. 322; Schotel (in Algemeene Kunst- en Letterbode, 1850, No. 16 en 1853, No. 26. |
|