Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 14
(1867)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 230]
| |
oordeeld. In zijn vonnis wordt hij beschuldigd dat hij een Edelman van den bisschop van Straatsburg, neef zijner huisvrouw, en een vijandelijken trompetter, gedurende de belegering van Rijnberk, toegang verleend, met den hertog van Duras, bevelvoerende in 't Fransche leger, op de brug voor Rijnberk, heimelijk gesproken en daarna zeer op het overgeven der stad gedrongen had.
Zie Valkenier, Verwerd Europa D. II bl. 376 volgg. Ontroerde Nederlandt door de wapenen des konings van Vrankrijk (Amst. 1674) D. bl. 140; Wagenaar, Vad. Hist. D. XIV bl. 63; Bosscha, Neêrl. heldend. te land. D. II bl. 53. |
|