Diss. physiol. de causa absorptionis per vasa Lymphatica L.B. 1795.
Diss. med. de morte et varia moriendi ratione L.B. 1797. 8o.
De waarde der Koepok-inënting gehandhaafd tegen de bestrijding derzelve door A. Capadocc, Rott. 1824. 8o.
Nieuwe bijdrage tot de waarde der Koepok-inënting. Amst. 1818. gr. 8o.
Belangrijke waarneming ter bevestiging van het uitmuntend nut der arnica-wortel en campher, ter afwering en beteugeling der plaatselijke rotting in Geneesk. Magazijn door Stipriaan Luiscius, Ontijd en Macquelijn 1807, D IV, st. 3, bl. 34.
Zeven brieven aan F. van der Breggen Cz. over de al of niet besmettelijkheid der Cholera, in Algem. Konst en Letterb. 1832, D II, bl. 35, 98, 147, 228, 290, 306, 373, 386; 1833 D I, bl. 20, 35, 53, 66.
Proeve over den tegenwoordigen staat der geneeskunst in Nederland in Verh. v. de eerste kl. v.h. Kon. Ned. Inst. 1838, D. VII, bl. 47.
Verhandeling over de longtering in Geneesk. Magazijn 1803, D II, st. 3, bl. 1; 1804, D III. st. 2, bl. 1; st. 3, bl. 1; 1809, D V, st. 2, afd. 1, bl. 63; 1815, D V, st. 3, bl. 104.
Iets over het perkinisme in Geneesk. Mag. 1801, D I, st. 2, bl. 42.
Proeve over den invloed der scheikunde op de werkingen des dierelijken lichaams in Geneesk. Mag. 1807, D IV, st. I, bl. 1.
Waarnemingen over de werking en het nut van onderscheiden zuren, en vooral van het verdund Salpeterzuur, in de genezing der Venusziekte, alsmede over de wijze, waarop de verschillende antivenerische geneesmiddelen het Venusgift tegengaan en vernietigen in N. Scheik. Bibliotheek, 1791, D. II, bl. 166.
R. Dibbetz en C.G. Ontijd, Proeve en waarnemingen over de Inenting der Koepokken (cowpox vaccine) tot heden in onderscheidene landen van Europa in het werk gesteld, Bijeengebragt en met aanteekingen vermeerderd door geneesheeren in den Haag, 's Hage 1801, 8o.
Zie Konst en Letterb. 1844 D. I bl. 49; Proces verbaal der 37ste