[Pompejus Occo]
OCCO (Pompejus) Fries van geboorte, zette zich als koopman te Amsterdam neder, waar zijn huis de verzamelplaats was van in- en uiteemsche geleerden. Volgens Valerius Andreas en Foppens gaf hij een gebedenboek uit met den titel In melius Pompejus Occo: volgens Pontanus was het een psalmboekje, dat hij in 1519 op den naam van Hieronymus te Parijs liet drukken. Adolphus Occo gaf de handschriften van Rudolphus Agricola aan dezen Pompejus, die ze ter uitgave afstond aan Allart van Amsterdam. Die uitgaaf had in 1539 te Keulen bij Gijmnicus plaats, doch reeds geruimen tijd te voren had Allart het voornemen eene zoodanige uitgave der werken van den vermaarden Fries met den Keulschen drukker Soter (Seijl) te beproeven, waarvan echter waarschijnlijk niets is uitgekomen dan in 1532 de Progymnasmata van Aphthonius in 8o.
Zie Val. Andreas. Bibl. Belg. p. 781 Foppens. Bibl. Belg. T. II. p. 1047. Pontanus Descr. urb. Amst. lib. II c. 28. Bat. Sacra T. II, p. 7. Wagenaar Beschrijv. v. Amsterd. D. XI bl. 203; Chr. v.h. Hist. Genoots. D. II bl. 43, 44.