[Marcus Nothaeus]
NOTHAEUS (Marcus) werd in 1615 als predikant te Ophemert en Varik beroepen, en in 1619 wegens Remonstrantschgezinde gevoelens afgezet. Hij teekende de acte van stilstand, en zette zich als schoolmeester te Tiel neder, doch onthield zich van de godsdienstoefening der Contra-Remonstranten, zoodat hem het schoolhouden verboden en de stad ontzegd werd. Hij geraakte om zijn ergerlijk leven bij de Remonstranten in kleinachting en teekende eenige jaren later de Canons, werd in 1628 rector te Goes en vertrok in 1633 in dezelfde betrekking naar Bommel.
Zie Brandt, Hist. der Ref. D. IV. bl. 5, 335; de Jongh, Naaml. der Pred. in Geld. bl. 380; Vrolykhert, Vliss. Kerkh. bl. 355; Kist en Royaards, Arch. (2de Serie) D. VII. bl. 200 v. Nehalennia, 1849. bl. 46.