[Jhr. Frederik van Nassau]
NASSAU (Jhr. Frederik van), heer van Zuilenstein, natuurlijke zoon van Frederik Hendrik, en volgens sommigen van eene dochter van den Rotterdamschen burgemeester van Egmondt van den Nijenburgh, volgens anderen van een burgemeester van Emmerik. Hij vervulde de post van gouverneur bij den jongen prins Willem III, waarvan men hem in 1666 ontsloeg en met een jaarwedde van f 4000 voor den tijd van 5 jaren schadeloos stelde. Hij was commandeur van Buren, onderscheidde zich in de krijgsdienst en schijnt de eerste te zijn geweest, die hier te lande den titel van generaal der infanterie heeft gevoerd. Hij bestuurde in 1672 den aanval op Woerden, en viel, na tot het uiterste met heldenmoed gestreden te hebben, met achttien wonden bedekt, op de strijdplaats. Volgens de een werd hij, toen hij reeds gevangen was genomen, door een soldaat gedood, volgens anderen was het Montbas, die er een eer in stelde den man, die aan 't hoofd van den krijgsraad gezeten had, waarin het geregtelijk onderzoek tegen hem had plaats gehad, aan zijne wraak te hebben kunnen opofferen, gelijk hij kort te voren hem eene uitdaging tot een tweegevecht gezonden had, welke door den scherpregter beantwoord werd. Den 13den Maart 1640 was hij uit krachte van eene dotatie onder levenden van Frederik Hendrik de heer van Zuilenstein geworden. Na zijn dood werd zijn oom Guillaume de Nassau er eigenaar van.
Zie Sylvius, Verv. op Aitzema, bl. 462; Leven van Fred. Hendr. D. II. bl. Blomhert, Ges. der Vereen. Ned. bl. 20. Camp. de Holl. p. 218; Bosscha, Neêrl. Held. te Land, D. II. bl. 106, 109; La Fargue, Gesl. Tab. V; Utr. Volksalm. 1840. bl. 148; Nav. Nav V. bl. 334, VI. bl. 152, 245, VII. bl. 365.