[Elizabeth Nans]
NANS (Elizabeth), kleindochter van Franciscus, dochter van François Nans, geneesheer te Dordrecht, later te Middelburg, beoefende de Nederduitsche poëzy, en is door Beverwijck onder de uitnemende vrouwen vermeldt.
Zie Beverwijck, Uytnem. des Vrouw. Gesl. bl. 190; La Rue, Gel. Zeel. bl. 76; Kunst- en Lett. 1842, no. 23.