[Franciscus Xaverius Muller en Willem Hosman]
MULLER (Franciscus Xaverius) en WILLEM HOSMAN, verdienen in Nederlands geschiedrollen eene plaats naast de Claassens en van Speyk; want liever dan levend in de handen des vijands te vallen, verkozen zij den heldendood te sterven, en dien dienstbaar te maken aan hunne krijgsbroeders.
Na de landing der Engelschen op Java, den 4 Augustus 1811, en twee dagen vóór de bestorming van het versterkt retranchement te Meester Cornelis, den 26 Augustus daaropvolgenden, hadden majoor Muller en kapitein Hosman daarvan de verzekering en belofte gegeven, en zij hielden woord, want nadat hunne redoute no. 2 voor de overmagt des vijands had moeten zwichten en de Engelsche kolonel Gibs met een gedeelte van de grenadier-kompagnien van het 15e, 59e en 69e Engelsche regiment zich voor en binnen de redoute no. 2 bevonden, staken de twee helden den rooden haan in het kruidmagazijn, waardoor drie kapiteins der Engelschen benevens een aantal manschappen den dood vonden en vele officieren en soldaten zware wonden bekwamen.
Majoor Muller en kapitein Hosman waren oude officieren van het Indische leger.
In het jaar 1802 vinden wij den eersten als kapitein van eene kompagnie veldartillerie, en den tweeden, als 2e luitenant bij hetzelfde wapen.
Het lijdt geen twijfel, dat, indien de opperbevelhebber Janssens slechts eene magt had gehad eenigzins in kracht evenredig aan die der Engelschen, in plaats van die zoo slecht zamengestelde, voor negen, tiende gedeelten uit inlanders bestaande armée, in dat geval de heldendood van Muller en Hosman tot eene overwinning der onzen, en eene verdrijving der Engelschen zou geleid hebben, doch het echec bij de redoute no. 2 geleden, scheen als voor een oogenblik hun aanval geparalyseerd te hebben.
Part. berigt.