[Mr. Johan Moorman]
MOORMAN (Mr. Johan) werd in 1691 te Hulst geboren, studeerde te Leyden onder Noodt, werd in 1717 Jur. utr. dr., in 1719 schepen, in 1726 burgemeester te Hulst, waar hij in 1743 stierf.
Na zijn dood gaf de Zeeuwsche dichter Boddaert zijne Gedichten (Middelb. 1745) in 8o. in het licht. Vrolijkhert noemt hem een beroemd regtsgeleerde en dichter. Als regtsgeleerden schreef hij eene Verhandeling over de Misdaden en derzelver straffen; vervolgd door Mr. J.J. van Hasselt. Dordr. 1770, 2e. dr.
Zie Vrolijkhert, Vliss. Kerkhemel, bl. 242, 243; Witsen Geysbeek, B.A.C. Woordenb., D. IV. bl. 454; Collot d'Escury, Holl. roem, D. V. bl. 288; Boekz. der Gel. Wereld, 1746, bl. 272 volgg.; Cat. d. Bibl. v. Nederl. Letterk. te Leyden, D. III. bl. 85; Arrenberg, Naamr. bl. 361.