Nederduytsche rymen overgesett. Leuven 1725. 8o. Amsterd. 1728. 8o. Ghendt 1760. 8o. 1778. 8o. De Gramschap, in drie boeken. Een Latijnsch en Vlaamsch lierdicht, door L.d.M. op nieuw uitgegeven met aanteekeningen, door J.M. Schrant. Gend 1827. 8o.
‘De taal is krachtig, de verstrant vloeijend, en niet beroofd van beelden en treffende vergelijkingen.’
Na Meijers dood verscheen het gedicht in 't Latijn en in 't Vlaamsch met opdragt aan C.v. Hulle (zie dit art.)
De Torenbrand in Mechelen, luimig gedicht, niet opgenomen in de verzameling, werd door Willems met een Nederd. vertaling op nieuw uitgegeven in zijne Mengelingen. Antw. 1827-1830.
De Meijer overleed te Leuven 19 Maart 1730. Schrant geeft in het voorber. zijner uitgave van het leerdicht over de gramschap, de lijst van Meijers theologische geschriften.
Onder den naam van Theodorus Elerthorius gaf hij uit:
Historia controversiarum de divinae gratiae auxiliis, sub summis Pontificibus Sexto V, Clemente VIII, Paulo V ab objectionibus R.P. Hyacinthi Serrii vindicatae, libri tres. Accedunt dissertatt. quaedam, item responsio ad Fr. Henr. a St. Ignatio et alia quaedam opuscula, Bruxellis, typis Anton. Claudinat. 1715. fol.
Zie Hoeufft, Parn. Lat. Belg. p. 197; Peerlkamp, de Poöt. Lat. Neerl. p. 482; Heerkens, de Valet. Literatorum, p. 130; Burmannus, ad Propert. III El. VI:3 et 4, El. VIII:35; Huydecoper, Proeve van Taal en Dichtk. D. I. bl. 390, 393; Blommaert, Ned. schrijv. v. Gend, bl. 336; Serrure, Belg. Mus. D. III. bl. 420; Adelung en Rotermund.