Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Tweede stuk

[Christiaan Meijer]

MEIJER (Christiaan), een bekeerde Jood van Hamburg, te Bremen gedoopt, hield zich een groot deel van zijn leven in de Nederlanden op. Hij schreef onder den titel van

Liber praeceptorum oculos illustrantium ex Ps. XIX:10, eene vergelijking tusschen Mozes en Christus.

De Vera Immanuelis generatione ex virgine etc. Hebr. et Lat. Amsterd. 1729. 4^o. Vert. in 't Nederd. (Waare geboorte van den Immanuel uit eene ondertrouwde Maagd, uit het Hebr. door J. Paetz. Amst. 1724. 8^o.

Korte inhoud van twee tractaten des Joodschen Talmuds, nam. in die van Brachut en Avoda Zara. Amst. 1731.

Een seer merkwaardig en extraord. berigt uyt de oude Joodsche Rabbynische schriften, aangaande, wanneer en op wat tijd de Christus of - de Koning Messias moest geboren worden, 't welk de Joden - door den gouden kandelaar - Exod. XXV:31 bewijzen willen enz. Ald. 1730. 4^o.

Uytroeijing van den Messias. Utr. 1720. 8^o.

Van den Drieëenigen Godsdienst. Amst. 1726. 8^o.

Zie Jöcher, Cat. d. Nat. Bibl. bl. 31; Cat. d. Maats. v. Ned. Letterk. D. II. bl. 427; Abeoude, Naaml. bl. 245.