[Pieter de Mey]
MEY (Pieter de), burgemeester van Rotterdam, tijdens het Kostermans-oproer (1690) met vijf andere regenten door den stadhouder buiten tijds ontslagen. Toen echter de prins gestorven was (1702), wendde de Mey zich tot de vroedschap om herstel, en kreeg het gedaan dat hij bij de eerste vacature jure suo in de vroedschap terugkeerde. Maar hij moest zich met een plaats onder de minderheid vergenoegen totdat de dood ook in de correspondentie voor hem ruimbaan gemaakt had, en toen moest hij nog van onderop beginnen en wachten tot de andere leden, die meest alle jonger in jaren waren dan hij, en hem in het bekleeden der burgemeestersposten waren voorgegaan.
Zie Wagenaar, D. XVI. bl. 128; D. XVII. bl. 135; Fruin, Nog iets over de correspondentie van regenten onder de republiek.