vertegenwoordiger van Mechelen, nog veelmalen de vergadering der algemeene staten bij, en zat dikwerf in die vergadering voor. Hij was de zoon van Hendrik van Merode, heer van Royenburg en Puttershoek en Anna van de Werta.
Ferwerda noemt hem heer van Roggenbag en Puttershoek, ongehuwd overleden.
Zie Bondam, Onuitg. St., D. III. bl. 235; J.C. de Jonge, Unie van Brussel, bl. 155; Ferwerda, Wapenb. Gen. Merode.