Java. Later werd de regterlijke organisatie, geregeld naar zijn plan, dat ook tot grondslag strekte van de meeste reglementen in de overige bezittingen buiten Java. In 1819 werd hij voorgedragen tot procureur-generaal bij het hooge geregtshof en tot advocaat-fiscaal van de land- en zeemagt in Neerlandsch-Indie en in 1821 bevorderd tot secretaris-generaal van de Hooge Regering. Het jaar daaraanvolgenden zag hij zich tot gouverneur der Moluksche eilanden benoemd, welke betrekking hij tot 1828 bekleedde. De staat dezer eilanden, ten gevolge van een vroegere staatkunde, liet veel te wenschen over. Merkus ontdekte spoedig, niet slechts de oorzaken van dien toestand, maar aarzelde geen oogenblik middelen tot verbetering aan te wijzen. Hij haastte zich den gouverneur van de Capellen er kennis van te geven, en deze besloot zelf den stand van zaken in oogenschouw te nemen. Hij vertrok 27 Februarij 1824, vergezeld van zijne echtgenoot en een talrijk gevolg derwaarts en den 21 Maart werd hij door Merkus te Amboina ontvangen. Het verblijf van van de Capellen te Amboina had het gevolg dat hij overtuigd werd van de waarheid der voorstelling van Merkus, en hij besloot maatregelen te nemen die èn de treurige toestand der bevolking, én het belang van het gouvernement vorderden. Nadat de gouverneur-generaal, onder geleide van den gouverneur der Molukken zelf de meest afgelegene bezittingen, zoo als Celebes en Menado had bezocht, en naar Batavia was teruggekeerd, werd de laatste derwaarts opontboden om bij de deliberatien, betrekkelijk de Molukken, tegenwoordig te zijn, doch de oorlog die hierop, zoo op Java, Celebes en Sumatra volgden, maatregelen die ten aanzien der cultuur, op het eiland Java genomen werden en andere oorzaken, liepen zamen om de volvoering der nuttige plannen van van de Capellen en Merkus te
beletten. Het was gedurende den tijd dat hij gouverneur der Molukken was, dat hij het noodig achtte voor de rust en de veiligheid der Nederlandsche bezittingen om zich meester te maken van eenige streken op Nieuw-Guinéa. Zulks geschiedde door Z.M. corvet de Triton onder de kapitein-luitenant Steenboom en den schooner Iris. Men bouwde in een baai, die men toen het eerst ontdekte, en die men den naam van baai van Triton gaf, eene kleine sterkte. Het nieuw ontdekte land verkreeg den naam van Merkus-oord. In 1829 werd Merkus, toen president van het hooge hof van justitie, door den commissaris-generaal du Bus de Ghisignies met een nieuwe zending naar de Molukken belast, om er namelijk de wanorde te herstellen, die sedert zijn vertrek ontstaan was, hetgeen in weinige weken gelukkig door hem volbragt werd. In hetzelfde jaar werd hij raad van Indië, en het volgende jaar, na het einde van de bloedige worsteling in de Indien, commissaris om de zaken der Javaansche vorsten te regelen, waarvan het belang-