[Everhardus Mekern]
MEKERN (Everhardus), een niet onverdienstelijk hoofdofficier van het korps ingenieurs, mineurs en sappeurs, werd den 18 Augustus 1798 te Gorinchem geboren. Na de oprigting van de artillerie en genie-school te Delft in 1814, verkreeg hij aldaar den 12 December van hetzelfde jaar eene plaats als elève voor het wapen der genie, en zulks met het gunstig gevolg dat hij den 2 Julij 1818 tot 2e luit.-ingenieur werd aangesteld. Hij doorliep achtervolgens de verschillende graden als volgt: den 11 Maart 1825 1e luit.; den 20 Maart 1831, 2e kap., en den 19 Februarij 1835 1e kap. ingr. Tijdens de Belgische onlusten deed hij dienst in het 4e en 5e district van de provincie Zeeland, waar hij zich zoo verdienstelijk maakte dat hij bij Zr. Ms. besluit van den 2 November 1831 tot ridder van de Militaire Willemsorde 4e klas benoemd werd. Na dit tijdsverloop betrok hij onderscheidene garnizoenen, zoo als o.a. te 's Gravenhage (1840-1843); te Grave (1844-1849); te Naarden (1850-1853). Tijdens zijn verblijf in laatstgenoemde vesting werd bij bij besluit van den 4 Maart 1851 benoemd tot majoor ingenieur. Drie jaren daarna (1854) naar Groningen verplaatst zijnde, ontving hij in dat zelfde jaar, bij Zr. Ms. besluit van den 4 December, zijne benoeming tot luit.-kolonel. In deze stad vertoefde hij zes achtereenvolgende jaren, en wel tot op het tijdstip, toen hij bij besluit van den 14 November 1859 benoemd werd tot kolonel