Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Eduard Meiners]

MEINERS (Eduard), zoon van Wiard Hermanni, burgerhoofdman te Emden, en van Christina Elisabeth Pears, werd 22 Julij 1691 te Emden geboren. Hij studeerde te Leyden, werd in 1712 te Groothuizen, in 1715 te Westerhuizen, in 1717 te Wener, en in 1723 te Emden als predikant beroepen. Hij huwde in 1717 te Wener met Trijntje Rosingh, dochter van Herman Rosingh, predikant te Wener, den 29 Mei 1746 overleden. Na nog des morgens gepredikt te hebben, overleed hij reeds des avonds van den 19 Dec. 1752. Hij was als godgeleerde en kerkgeschiedschrijver bekend door:

Praktijk des Christendoms of praktikale Godgeleerdheid. Amst. 1756, 0378. 8^o.

Over den brief aan de Romeinen. Amst. 4 d. 4^o.

Jesus de levendigmaker der uitverkoorne dooden, en

Christus alles in allen. Emden 1724. 3 d. 3^e dr. 8^o., 1735. 2 d.

Begenadigd bestier om verzekerd en getroost te leven en te sterven. Gorinch. 1736.

[p. 547]

Lijkpredikatie over G.H. Swarte.

Lijkpredikatie over G.C. Rese.

Ontwerp van den Oost-Frieschen Catechismus. Embden 1727, 1740. 4^o.

De redelijke Godsdienst, als een vrugt gevolg van de geloofsleere voorgedragen en aangedrongen, of eene verklaring van het XII, XIV, XV kap. van den brief aan de Romeinen. Embden 1740.

Schriftuurlyke wegwijzer voor onbekommerde en overtuigde geloovigen. Emdden 1747. 3^e dr. 8^o.

Het leven des geloofs ten tijde van beproeving. Leid. 1736.

Levensbeschrijving van D. Everhardi. Gron. 1735. 8^o.

Oostvriesche kerkelijke geschiedenisse of een historisch en oordeelkundig verhaal van hetgene nopens het kerkelijke in Oostvrieschlandt, en bijzonder in Emden is voorgevallen sedert den tijdt der hervorminge, of de jaren 1519 en 1520, tot op den huidigen dag. Gron. 1738. 2 d. 8^o.

Zie Boekz. d. Gel. Wereld 1761 b. bl. 459; Koecher, Catech. Hist. d. Geref. kerk, bl. 189; Arrenberg, Naamreg. v. boek. Reersheim, Ostfr. reform. prediger Denkm. p. 45, 71, 161, 186; Tiedens, Gel. Ostfr. B. III. p. 269, 291; Meusels, Lex. B. IX. p. 39; Adelung en Rotermund.