Croon tot aartsbisschop van Utrecht gekozen en den 18 October van dat jaar door Varlet, bisschop van Babylon, gewijd. Clemens XII en Benedictus XIV verzetten zich tegen deze wijding, doch Meindaerts beriep zich, gelijk zijne voorgangers, op een toekomend concilie, en wijdde zelfs de bisschoppen van Deventer en Haarlem, 't geen hem nieuwe onaangenaamheden van de zijde van Rome berokkende. Hij verdedigde zich in verschillende geschriften, zoo als in een Memoire, 4o. in 1744 gevoegd aan zijn Acte d'Appel; Lettre sur les affaires de l'église, 4 Nov. 1753, 12o.; Lettre à Benoit XIV, 13 Fevr. 1758; Mandement sur la mort de Benoit XIV. In 1763 hield hij te Utrecht een concilie, dat verschillende Fransche bisschoppen bijwoonden. De acta dezer synode, in het latijn opgesteld, in het Fransch vertaald, (Acta du Concile d'Utrecht, 4o. et 12o.) werden 30 April 1765 te Rome veroordeeld, en in 1766 door de vergadering der geestelijkheid in Frankrijk gecensureerd. Meindaerts appelleerde hiertegen in een Lettre à Clement XIII, 10 Oct. 1768, 12o. gedrukt te Utrecht 1769, 12o.
Men heeft nog van hem:
Recueil de témoignages en faveur de l'église d'Utrecht, Utr. 1763, 4o. en 12r.
Motivum juris pro capitulo Harlemensi, Refutatio responsi etc.
Zie Biogr. Univ. i.v.; Nouv. Biogr. génér. i.v.; Dupac de Bellegarde, Hist. de l'église métropol d'Utrecht, p. 356 suiv.; Mem. hist. du P. Norbert, T. III. p. 40 suiv.; Lettre d'un prêtre Francais, Utrecht 1754; Nouv. Eccles. 16, 23 Mei 1768.