Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 516]
| |
nederkwam ‘dat de dienst Gods en de welstand des vaderlands geen verandering gedoogden, ten ware, veelligt, omtrent onbejaarden en berouwhebbenden, die men, naar 't kerkelijk regt, wat zachter handelen kon.’ Alva benoemde hem in 1567 tot lid van den raad van beroerte.
Zie Hopperus, Recueil et Memorial des Troubles du Pays-Bas du Roy, p. 46; Notae ad Viglii vitam, p. 190; Wagenaar, Vad. Hist. L. VI. bl. 109, 251. |
|