Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk

[Hubertus van der Meer]

MEER (Hubertus van der), oudste zoon van Pieter van der Meer en van Lydewy de Wilt van Bleyswijk, heer van Cranenburg (1499). Keizer Maximiliaan veroorloofde hem, op den rijksdag te Keulen 1512 om bewezene diensten zijn wapen met andere kleuren te voeren, na-

[p. 475]

melijk drie groene bladen op een zilver veld en daarop een zilveren regten helm. Hij huwde Margaretha van der Houve, dochter van Adriaan en van Elisabeth van Cranenburg, die hem vijf zonen schonk. Hij overleed 1514 en werd te Eikenduinen begraven met zijne vier kwartieren op zijn graf.

Zie van Leeuwen, Bat. ill. bl. 1296.