men. Op het einde der Fransche heerschappij, begaf hij zich naar Berlijn om zijne medewerking in den strijd tegen Frankrijk aan te bieden en voerde bevel over een afdeeling troepen naar Frankrijk. In 1822 werd hij op pensioen gesteld en vestigde zich in 1827 te Kleef, waar hij zich, tot zijn dood toe met letterkundigen arbeid bezig hield. In 1842 werd hij lid der Maats. v. Ned. Letterk. te Leyden, en stierf den 29 Junij 1851.
Hij gaf in het licht:
Auswahl Niederländischer Gedichte, ins Deutsche übertragen, und mit kurzen historischen und biographischen Erläuterungen begleitet. Essen 1836-1841. 3 dl. kl. 8o.
Zie Levensb. door Mr. Bodel Nijenhuis, in Handel. d. Maats. v. Ned. Letterk. te Leyden 1852; Cat. dier maats. D. II. bl. 331, Bijv. 1853, bl. 128; 1857, bl. 186; Utr. Cour. 24 Aug. 1840, (over den vader); Adelung en Rotermund, Fortz. v. Jöchers Gelehr. Lexic. i.v.; Meusels Lex. T. VIII. p. 549, te Slichtegrolls, Necrol. 5 jahrg. (1794) l B. p. 163, 245, v. Hulthem, Cat. Ind. Haag, La France Protest. i.v.