liet zich uit eigen beweging in het leger der Spanjaarden, ten dienste des konings, vinden, en toen don Francisco Baldeo, veldheer der Spanjaarden, na het doorsteken der dijken, krijgsraad te Soetermeer belegde, woonde Mathenesse hem bij en gaf den raad tot het versterken en bezetten der binnendijken en tot voortzetting van het beleg. Vervolgens schreef hij een brief aan de overheden der belegerde stad, waarin hij hen door ‘bedriechlijke aanlockingen’ tot de overgave zocht te bewegen. Ten gevolge van dezen brief, welke men op den 5 Sept. te gelijk met een brief van Baldeo ontving, werd de raad der veertigen, benevens de kapiteinen en wachtmeesters, bijeengeroepen. Jacob van der Does voerde het eerst het woord, en was van gevoelen dat men behoorde te letten op de hoedanigheid des schrijvers, ‘dat Mathenes, alhoewel een goed edelman synde, t' anderen tijde sijn eer ende eed veracht hadde tot Haerlem, tegens de dochter van Vliet,’ terwijl Jan van der Does zeide dat, gelijk Mathenesse zich vroeger had kunnen helpen met het concilium van Trente ‘nopende zijn houwelijck ende trouwe,’ het nu te duchten was dat hij zich jegens hen zou mogen beweren met het concilium van Constance; welk gevoelen ook werd geuit door den jongen heer van Warmond en door den baljuw van Rijnland.
Hij huwde Gerarda, dochter van Nicolaas van Bronkhorst en Jacoba van Poelgeest, die hem een zoon schonk, Nicolaas van Wibisma, heer van Hazerswoude en Slydrecht, in 1617 overleden, bij zijne gemalin verscheidene dochters en een zoon nalatende, Cornelis van Mathenes, heer van Hazerswoude en Lokhorst.
Zie J. van Leeuwen, Bat. ill. t.a.p.; Bor, Oorspr. d. Ned. oorl. B. VII. bl. 551, 562, Orlers, Beschr. v. Leyden, bl. 495-498; d'Yvoy van Mydrecht, Bijdrage tot de historie van het verb. en smeeks. der Edelen, bl. 199; J.J. Dodt, Archief voor kerkel. en wereldl. geschied. D. VI. bl. 1-5; de Geer, Proeve eener geschied. van het geslacht en de goederen der heeren van Matenesse, in Berigten v.h. Hist. Genoots. D. III. St. I. bl. 81, volgg.; Catalogue d'unn collect. remarq. de manuscrits etc. Vente 1-3, Dec. 1862 à la Haye.