Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 12. Eerste stuk
(1869)–A.J. van der Aa– Auteursrechtvrij
[pagina 350]
| |
Buitenhof. Deze, wien het denkelijk aan clienten ontbrak, had zich op het genezen van allerlei kwalen en gebreken toegelegd, en om nu de patienten op de beste wijze tot zich te trekken, een koffijhuis opgerigt.
Zie v.d. Bergh, Haagsche bijzonderh. D. I. bl. 67. |
|