[Antoni Martini]
MARTINI (Antoni), zoon van jonkheer Bernard Martini, kort na den vrede van Munster kapitein van een vendel voetknechten in dienst van den staat, in 1657 met drie zijner kinderen aan de pest overleden, en van Aletta del Bene, werd 6 Febr. 1654 te Wezel geboren, legde zich eerst te Amsterdam op den koophandel toe, en kreeg later onderrigt in de Latijnsche taal van Joh. Haverkamp, pred. te Delfzijl. Na zijne studien te Utrecht onder van Leusden, Burman en Essenius voltrokken te hebben, werd hij 11 Maart 1680 prop. in de el. van Leyden, en (den 18 Aug. 1680) pred. te Sassenheim, en vervolgens te 's Hertogenbosch, (10 Sept. 1683). Den 6 Junij 1684 droeg hem de regering het hoogleeraarsambt in de godgeleerdheid op. In deze betrekkingen bleef hij werkzaam tot den 21 Aug. 1725, toen hij emeritus werd. Hij stierf den 23 Junij 1730, bij zijne huisvrouw Geertruid, dochter van den vermaarden Amsterdamschen regtsgeleerde Paulus Buys, zuster van Mr. Willem Buys, pensionaris van Amsterdam, later secretaris der staten van Holland en West-Friesland, nalatende, Mr. Hendrik Bernard Martini, lid van den Raad te 's Hertogenbosch, en Bernard Martini, rector aan de Latijnsche school aldaar. Lucas van Eybergen en Diderik Steenwinkel hebben lijkredenen over hem gehouden.
Hij schreef:
Disputationes duae de sacrosancta Dei Trinitate (in 1688 door zijne leerlingen verdedigd.)
Zijne nakomelingen bewaren nog vele zijner leerredenen.
Zie A. Velingius, Redev. over de Ill. scholen te 's Bosch, bl. 62; Hermans, Conspectus Onom. liter. p. 22; Gesch. d. Ill. en Lat. scholen te 's Bosch, bl. 19; Schotel, Kerk. Dordr. D. II. bl. 313; Boekzaal, Aug 1730, bl. 234.