o.a. een groot stuk voor de ontleedkamer aldaar in de smaak van Titiaan, waarin de regenten van het Chirurgijns-gild en verschillende stads doctoren afgebeeld waren. Ook vermeldt zijn biografist, dat er in zijn tijd (1729) nog te Delft verscheidene stukjes van hem te zien waren, bestaande in gezelschappen van heeren en vrouwen, geestig uitgevoerd.
Ook heeft hij de etsnaald gehanteerd. Kramm beschrijft o.a. een door hem geëtst portret, waaronder: Jacobus Crucius Verbi Dei Minister, Gymnasiarcha Delphensis et Collegii litterarii itidem Moderator, C. de Man pinx. et fec. Een ander van hem is dat van den Waalschen predikant Samuel de l'Echerpière dit de la Rivière. Op de kunstverkooping van Jonkvr. Brugmans te Leyden (April 1858) was van hem een Keuken met figuren, in de manier van Pieter de Hoogh geschilderd, waarvoor f 100 werd betaald. Hij overleed in 1706 te Delft.
Zie Houbraken, Jacob Campo, Weyerman, Kok, Beschr. der stad Delft (1729) bl. 789; Immerzeel, Lev. en werk. d. Holl. en Vl. Schild. D. II. bl. 197, Kramm, Lev. en werk. der Holl. en Vl. Kunsts. D I V. bl. 1049; Biogr. univ; Muller, Cat. v. portr.