[Philip Malfait]
MALFAIT (Philip), de jonge, een niet onverdienstelijk tooneeldichter, die in den aanvang der 18e eeuw bloeide. Zijn Krispyn Kapitein Amst. 1706 en de Juffer Kapitein, ald. 1707 zijn geestige blijspelen, vooral het laatste, waarin hij Molière verscheidene vernuftige zetten en situatien heeft afgezien. Ook leverde hij van Lafosses treurspel Manlius Capitolinus (Amst. 1711) en van Crébillons) Electra (Amst. 1714 1732) vrij goede dichtmatige vertalingen.
Voorts heeft men van hem:
Vrymonds droom, of Hemelvaard der waarheid (dichtverhaal) Amst. 1708. kl. 8o. m. pl.
Zie Witsen Geysbeek, Biogr. Anth. Crit. Woordenb. D. IV. bl. 140; Cat. der Maats. von Ned. Letterk. D. I. bl. 140; Kobus en de Rivecourt, D. II. bl. 233; Cat. Hulthem, ms. p.