[Willem Simon Maartense]
MAARTENSE (Willem Simon), Heer van Stavenisse en Cromstrijen, werd den 18 Februarij 1498 te Zierikzee geboren. Zeven maal bekleedde hij het Burgemeesterschap in zijne geboortestad, huwde Adriana, dochter van Cornelis Ewouds van Duiveland, bij welke hij 13 kinderen verwekte en stierf in 1567 te Brussel, waar hij in de St. Gudule begraven ligt, ‘in het midden bij de eerste pilaar (schrijft la Rue) als men de groote trappen opgaat, met het wapen op zijn graf.’ Hij is de uitvinder van het derry delven om daarvan, hetzelve tot asch verbrand zijnde, zout te maken. Ook zou hij het plan hebben gemaakt van de vaart die ter lengte van vijf uren, zich van Brussel tot aan het dorp Willebroek uitstrekt en vijf sluizen heeft, omdat de grond van Brussel bij de 50 voet hooger ligt dan Willebroek.’ Guicciardijn en Grammaye, die eene uitvoerige beschrijving van deze vaart, die gezegd wordt omtrent 1,800,000 gulden gekost te hebben, geven, reppen geen woord van Maertense, maar noemen Joan van Loquehem, Ridder en Amman van Brussel den eersten uitvinder, begunstiger en aanvoerder van dit werk. Ook Boxhorn, die een uitvoerige beschrijving van het zoutmaken deed, meldt Maertense niet als den ontdekker er van.
Zie M.Z. van Boxhorn, Chron. van Zeeland, D. I.; Guicciardijn, Belgii Descript. p. 52; Grammaye, Antiq. Brabant, in Bruxelles, p. 5; La Rue, Gelett. Zeel. bl. 317; Hofferi, Poem. p.