[G.L. Madiol]
MADIOL (G.L.) werd in 1787 geboren. Reeds op 17 jarigen leeftijd trad hij den 1 November 1804 als eenvoudig soldaat in Hollandsche dienst en mogt binnen den tijd van 5 jaren zich den officiersrang waardig maken. Op het einde van den Russischen veldtogt bekwam hij vijf lanssteken in de regterzij, en werd den 28 October 1812 door de Russen krijgsgevangen gemaakt. Nadat hij in 1814 uit de krijgsgevangenschap was wedergekeerd, werd hij, in Maart 1815, als luitenant in ons leger geplaatst, kort daarop tot 1sten luitenant benoemd, en in hetzelfde jaar nog tot 1sten luitenantadjudant aangesteld. In 1823 werd hij benoemd tot kapitein, en vertrok als zoodanig in het laatst van 1826 met de expeditionaire afdeeling naar O.I. Door schipbreuk te lijden, werd hij eerst in Augustus 1827 te Samarang ontscheept, nam vervolgens deel aan de krijgsverrigtingen op Java, werd in 1828 benoemd tot Ridder der Milit. Willemsorde 4e kl. en in het begin van 1830 bevorderd tot den rang van Majoor.
In laatstgemeld jaar in Nederland teruggekeerd, werd hij den Luitenant-Generaal Cort Heyligers toegevoegd tot de regeling der algemeene volkswapening. In 1831 aan het hoofd van het 2de bataillon jagers geplaatst, nam hij deel aan den tiendaagschen veldtogt, en onderscheidde zich zoodanig, dat hij bij legerorder eervol werd vermeld. In 1840 werd hij benoemd tot Luitenant-Kolonel bij de afdeeling jagers, en in