[Gerrit van Maarseveen]
MAARSEVEEN (Gerrit van), den 18 Julij 1776 te Dordrecht geboren, maakte zich reeds vroeg bekend door eenige overzettingen uit de Gazette des Tribunaux en uit de schriften van Clauren, Laun en anderen. Later schreef hij oorspronkelijke romans in den geest van Kist, doch zij staan beneden die van zijnen voorganger. Hij was een vruchtbaar schrijver in het Letterlievend Maandschrift, de Letteroefeningen, de Nederl. Volks Almanakken en andere tijdschriften en jaarboekjes van zijnen tijd.
Ook beoefende hij de dichtkunst; las zijne gedichten in Diversa sed una en in de Maatschappij van het Nut van 't Algemeen te Dordrecht voor, en plaatste ze, gelijk De waarde der Standvastigheid; Beschouwing van Gods Almagt en Wijsheid in de Werken der Natuur; Troosten; Gedachten bij het in het graf zinken van het stoffelijk overschot van Adriaan de Vogel; Bij het lijk van mijn neefje en andere, in het Letterl. Maandschrift. Hij stierf den 24 Mei 1832.
Hij schreef:
Zegezang op de overwinning van den achttienden van Zomermaand 1815 en den gevolgden val van Buonaparte. Dordr. 1815.
Eduard en Lenore of de hand der Voorzienigheid. Dordr. 1825. 8o.
Eleonore of de zegepraal der onschuld. Dordr. 1827. 8o.
Albert en Mina of jalousij en onschuld. Dordr. 1827. 8o.
Jeremias Aldorp of de gehechtheid aan het oude. Dordr. 1327. 8o.
De Bloedverwanten of de uitwerking van Grondbeginselen en Opvoeding. Dordr. 1828. 2 d. 8o.
De speelbal van bedrog en belangzucht of de lotgevallen van Samuel tot den Struik. Dordr. 1829. 8o.
De tweelingen of de mislukte ontwerpen. Dordr. 1829. 8o.
Florus Stam en zijne dochter of de gevolgen van de zucht tot het overdrevene. Rott. 1829. 8o.
Hendrik en Karel of wat men zaait, oogst men. Rott. 1830. 8o.
De beste zijner kleine stukjes vindt men in Nederl. Volks. Almanak voor 1832.
Zie Schotel, Gerrit van Maarseveen in Mengelwerk van het Letterl. Maands. Jaarg. XXXII. bl. 45.2. Vriend des Vaderl. D. V. No. 12. bl. 873.