[Dirk II van Lynden]
LYNDEN (Dirk II van), heer van Lynden, Leede, Oudenweert, Ommeren, enz., ridder van de orde van de graven van Holland, zoon van Dirk I van Lynden en van Margaretha van Randenrode. Nadat eenige muitelingen van het Sticht van Utrecht en omliggende landen, wier toeleg was de edelen uit het land te jagen, ook zijn kasteel ter Leede en het dorp van Lynden, in 1268 verbrand en afgeloopen hadden, heeft hij twee jaren daarna, benevens vele andere voorname edelen en ridderen, de stad Utrecht helpen beklimmen en de muitelingen verjagen. Tweemaal, in 1272 en 1282, ondernam hij met graaf Floris V een togt tegen de Friezen. Ook was hij in 1287 een der medestanders van den Utrechtschen bisschop Jan van Strik in den oorlog tegen Gysbrecht van Amstel en Herman van Woerden, wegens de verlossing der sloten Vredelandt en Montfoort, eertijds aan hem verpand, in welken oorlog hij gevangen, doch door Costyn, heer van Renesse, die wegens graaf Floris, de bisschop te hulp gekomen was, weder verlost is. Hij stierf in 1300, oud omtrent 50 jaren en werd in de abdij van St. Paulus te Utrecht begraven. Zijne vrouw Agnes van Herlaar, eene dochter van den heer van Ameide, staatjuffer van Elizabeth, weduwe van koning Willem, schonk hem 7 kinderen.
Zie van Spaen, t.a.p. bl. 241.