Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11

[Mr. Albert van Loo]

LOO (Mr. Albert van). zoon van Gerrit van Loo, rentmeester-generaal van Friesland, overleden 28 Dec. 1562 en van Margriette van Eemskerck, kleinzoon van mr. Albert van Loo voornoemd, promoveerde tot meester in de regten, werd eerst rekenmeester en later commies van 's konings finantiën te Brussel en was heer van Hodenpijl. Hij verscheen den 22sten Jan. 1567 met mr. Johannes Mesdaeh, van wegen de landvoogdes, om de regering van Middelburg voor het verbond der Edelen te waarschuwen. Als commies van de finantiën des konings moest hij in 1571 den gehaten tienden penning invorderen. Hij huwde Maria van der Myle, dochter van Arend van der Mylen en Cornelia van Alblas uit Dordrecht, bij welke hij elf kinderen verwekte. Van den oudsten bestond nog voor weinige jaren een album, verzameld tusschen 1570 en 1639 met vele belangrijke inschriften en fraai geteekende en gekleurde wapen

[p. 603]

op 480 bladz. Mr. Aalbert van Loo, de vader, stierf in Maart 1573.

Zie Stamb. van den Fries. Adel (Loo). van Leeuwen, Bat. Ill. bl. 1461. Goudhoeven, Chron. bl. 104. s' Gravesande, Tweede Eeuwged. der Midd. Vrijh. bl. 65. Balen, Beschr. van Dordr. bl. 924. Ferwerda, Adel. Wapenb., geslacht van Leijden, 10 en 11 der Generatie. Het wapen van dit geslacht vindt men bij Ferwerda, achter het 2^o stuk van de Friesche Fam. Tab. XXIX, onder aan het tweede wapen. Hoynck van Papendrecht, Aual. T. I. p. 333, P. II. p. 392, 615, 669, 720. Nav. D. IV. bl. 319, D. V. bl. 118, 170. Cat. der verzam. van Beucker Andreaete Leeuwaarden, Aug. 1829, Libri mss. bl. 437. Cat. mss. J. van Voorst, p. 215, mss. Aant. van F. van Limburg en van Mr. B.Th. Baron van Heemstra.