Biographisch woordenboek der Nederlanden. Deel 11

[Mr. Johan van der Linden]

LINDEN (Mr. Johan van der), een der vermaardste regtsgeleerden, die vijftig jaren achtereen de regtspraktijk uitoefende, Alle regtsgeleerden te Amsterdam woonden de opentlijke viering van dit feest bij, en gaven hem de ondubbelzinnigste bewijzen van genegenheid en hoogachting. Hij was die hulde waardig, daar hij niet slechts de praktijk met grooten lof van kunde en bekwaamheid geoefend, maar zich ook door een aantal schriften over onderscheidene deelen der regtsgeleerdheid, omtrent de wetenschap, verdienstelijk gemaakt heeft. De laatste jaren van zijn werkzaam leven, bragt hij als lid der regtbank van eersten aanleg te Amsterdam door. Hij beoefende ook de fraaije letteren, was sedert 1825 lid der Maatschappij van Ned. Letterkunde en ridder van den Nederlandschen Leeuw. Hij stierf den 1sten van Oogstmaand 1835, in den ouderdom van 79 jaren.

Hij schreef:

Korte Schets der forme van procederen voor de Hoven van Justitie in Holland, 's Hage, 1781. 8^o.

Memoriën over twee belangrijke Criminele questiën, Utrecht, 1791. 8^o.

J. Voet, Comment. ad Pand. Cum Supplemento, auctore J.v.d.L., Ultraj. 1795. 3 vol. fol.

Verhandeling over de Judicieele Practycq of Form van Procedeeren voor de Hoven van Justitie in Holland gebruikelijk, enz., Leiden, 1794, 1798. 2 d. 8^o.

Het Groot Placaatboek van Holland en Zeeland 8ste en 9de Deel met het Reg., fol. Amst. 1798.

Leven van Catharina II, keizerin van Rusland, uit het Fransch vert., Schied. 1798. 3 d. 8^o. m. portr.

[p. 479]

Alphab. Register op de algemeene manier van procederen in civiele en criminele zaken, Leiden, 1800. 8^o.

R.J. Pothier, Verhand. over het Wisselregt, naar het Fransch door Mr. J.v.d.L., Leiden, 1801. 8^o.

R.J. Pothier, Regt omtrent Societeiten of Compagnieschappen en andere gemeenschappen, uit het Fransch vert. met aanmerkingen van Mr. J.v.d.L., Leiden, 1802. 8^o.

R.J. Pothier, Legaten, uit het Fransch vert. door Mr. J.v.d.L., Leiden, 1803. 8^o.

R.J. Pothier, Contracten en andere verbintenissen, uit het Fransch vert. m. aanm., Leiden, 1806. 2 d. 8^o.

Verzameling van merkwaardige gewijsden der geregtshoven in Holland, Leiden, 1803.

Regtsgeleerd Praktikaal en Koopmans handboek, Amst. 1806.

Verhand. over het ambt van Notarissen, Amst. 1809. 8^o.

Merkwaardige gewijsden der Geregtshoven in Holland, Leid. 1809.

Beredeneerd Register op het Wetboek Napoleon, Amst. 1809.

Register op het Crimineel Wetboek voor het kon. Holland, Amst. 1809.

Over het Notaris-ambt in Frankrijk, Amst. 1810, 1826 (2de dr.) 5 d. 8^o.

Keizerlijke besluiten, betrekkelijk de berekening der kosten in regtszaken Fr. en Holl. vert. door Mr. J.v.d.L. Rott. 1811. 8^o.

Verhandeling van het regt of de belasting op de Successie, volgens de Fransche wetten, Leiden, 1812. 8^o.

Manier van procederen in civiele zaken voor de geregtshoven en regtbanken in Frankrijk; gevolgd naar het Fr. va B. Saint-Prix, Amst. 1812. 8^o.

Algemeen Register op de Wetboeken Fr. en Holl., Amst. 1813. 2 d. 8^o.

Handboek der regten van het Zegel, de registratie, griffie en hypotheek, Leiden, 1814. 2 d. 8^o.

Oratio ad celebrandum quinquagesimum annum advocati muneris, Amst. 1824. 8^o. In het Holl. overgezet: Redev. over hetgeen de ondervinding van eene halve eeuw mij geleerd heeft, dat een advocaat voornamelijk behoort in acht te nemen, Amst. 1824.

De Ware Pleiter, Amst. 1827. 8^o.

Ook ving hij in 1802 de vertaling aan van Reinhards Christelijke Zedekunde, en gaf met mr. van Hall in het licht:

Advies wegens de wet op den boekhandel van 25 Jan. 1817. 8^o.

Zie Konst- en Lett. 1835. D. II. bl. 84; Hand. der Jaarl. Verg. v. Ned. Lett. 1836. bl. 16; Aanh. op Nieuwenhuis Woordenb.; Collot d'Escury, Holl. Roem in Kunst. en Wetens. D. IV. (2) bl. 416; Arrenberg, Naamr. van Boek. bl. 89; Brinkman, Naamr.

[p. 480]

van Ned. Boek.; Sandbrink, Specim. Hist. Jurid. de advocat. uribus ac doctr. p. 14, 130, 148, 153; van Kampen, Bekn. Gesch. der Ned. Lett. en Wetens. D. II. bl. 306; Sepp, Proeve eener ragm. Gesch. der Theol. in Ned. bl. 60; Cat der Maats. van Ned. Lett. D. I. bl. 315, D. II. bl. 103; Bibl. Kemper. p. 180, 203.