gebragt, waarvan zij 4 eensluidende exemplaren vervaardigd en onderteekend hebben, den 19den Febr. 1757. Naar een dezer 4 originelen heeft Gerardt van der Linden, landmeter, in Julij 1761 eene copy gemaakt, welke berustte op het graaflijkheid kantoor te Dordrecht. Naar deze copy heeft A. Esdré de zijne in Nov. 1808 gecopieerd. Van der Linden beantwoordde in 1774 de sedert 1770 door het Bat. Genoots. van Proefonderv. Wijsbeg. uitgeschreven prijsvraag: Dewyl de rivieren van Loevestein af in de oude en nieuwe Maas voorbij den Briel, zedert een reeks van jaren, zo zeer vernaeuwd en ondiep zijn geworden, dat de vrye uit- en invaert der zee-schepen, door het Zeegat van de nieuwe Maas er merkelyk door belemmerd worden, welke is het beste middel om dezelven te verbeteren en vooral de ondiepten der Krab by de Lint, weg te nemen, of ten minste haar die wydte en diepte, welke zy nu heeft, te doen behouden.
Zie Nieuwe Ned. Jaarb. Aug. 1774, bl. 386; Smits en Schote, Beschr. van Dordr. Voorb. bl. LXXXIX.