de vervolging van Alva, zijn vaderland te verlaten. Hij begaf zich naar Oost-Friesland, waar hij eenigen tijd van den arbeid zijner handen leefde, doch voortging zich in de letterkunde, en vooral in de Grieksche en Hebreeuwsche taal en de godgeleerdheid, te oefenen. In 1573 werd hij te Dijkhuizen als predikant beroepen, en elf jaren later te Enkhuizen, waar hij van 1578 tot 1579 werkzaam was. Hij woonde later nog eenige jaren in die stad, doch het is onbekend, waarmede hij zich bezig hield. In 1585 werd hij hoogleeraar in de godgeleerdheid aan de nieuwelings te Franeker opgerigte hoogeschool, en vervulde zoo wel het hoogleeraar- als predikambt aldaar tot zijn dood, den 20sten Maart 1614. Hij had den 7den Augustus 1593 te Leijden de doctorale waardigheid verkregen, en werd in 1589 naar Leeuwaarden en in 1606 naar Bolsward gezonden, om eenige oneenigheden te vereffenen. De gemeente te Leeuwaarden had hem in 1583 en 1590, en die te Alkmaar in 1596 tot leeraar begeerd, doch hij verkoos te Franeker te blijven, en sloeg zelf nog in 1613 een beroep naar elders af. Zijn ligchaam rust in de St. Martinus kerk, waar men zijn grafschrift leest, dat ook bij Timaretes, Vriemoet en Paquot gevonden wordt. Johannes Antonides van der Linden stichtte in 1650 ter zijner eere een Cenotaphium, welks opschrift men bij de genoemde schrijvers vindt. Uit zijn huwelijk met Ludovica Huberts Wijncoop zijn een aantal kinderen voortgesproten, van welke niet weinige zich in onderscheidene vakken verdienstelijk hebben gemaakt. Hij zelf werd door zijne tijdgenooten als een welsprekend en geleerd man geprezen. Ook beoefende hij de Latijnsche poëzy, en gaf, behalve overzettingen uit het Hoogduitsch, in het licht:
Episcopus. De proprietatibus Episcopi; sive Ministri verbi Divini, Franeq. 1587, ook achter de Methodus formandarum Concionum van Petrus Magerus, Lugd. Bat. 1653. 12o.
Disput. XXVIII ad locos Theologiae praecipuos, Franeq. 1598-99.
Disput. variae, o.a. Elenchus Anabapt. 8o.
Systema Theol., Disput. publicis propositum in Academiâ Franeq., Franeq. 1611 4o., met een opdragt aan de Staten-Generaal, waarin eene schets van de invoering der hervorming in de Nederlanden.
De Correctione Fratrum Eccles., Aphorismi, Franeq. 1611. 4o.
Adolescentia, seu Exilium, hoc est Hist. Tobiae poeticâ paraphrasi reddita, Franeq 1611. 4o.
Catalogus laborum Litterariorum, annis jam XXVI, variis temporibus et locis elucubratorum, Franeq. 1611. 4o.
Initia Acad. Franeq. Item Templi, et Gubernationis, sive Recturae suae, Franeq. 1613. 4o.
Zie Cocceji, Orat. in Fun. Joh. Ant. van der Linden, in Cocc. Opp. T. VIII. p. 48; Dedicat. Hist. Tobiae Epist.; Dedic. Aphor.